Met installaties gaat regelmatig iets mis, met soms tragische gevolgen voor zowel de mensen die in het pand wonen of werken, als het pand zelf. Ondeskundig gebruik en slecht onderhoud zijn vaak de oorzaak van de narigheid. Daarom verdienen bliksembeveiliging en brandpreventie ook aandacht de nodige aandacht bij het onderhoud.
Bliksem is een elektrische ontlading. Vanuit deze wetenschap, ontdekt door Benjamin Franklin in de achttiende eeuw, ontstond het idee om de vrijgekomen elektriciteit op te vangen en de bodem in te leiden. Omdat bliksem vaak insloeg in torenspitsen, kregen die het eerst een bliksemafleider. Deze leidt de elektrische lading via de weg van de minste weerstand de bodem in.
- Bij een directe inslag slaat de bliksem rechtstreeks in het gebouw. Een inslag met een lange stroomstoot geeft een zodanige verhitting dat brand ontstaat.
- Bij een indirecte inslag slaat de bliksem in bijvoorbeeld een boom bij een gebouw. De wegvloeiende spanning kan voor een verhoogde spanning zorgen in naburige elektriciteits- of telefoonleidingen. Dit kan tot ernstige schade leiden aan allerlei elektronica, variërend van computer tot televisie alsook de verwarmingsinstallatie. Erkende firma’s kunnen de risico’s berekenen en in verband hiermee voorstellen doen.
Een goede bliksembeveiligingsinstallatie bestaat tegenwoordig uit een uitwendig deel, met een daknet en afgaande leidingen, en een inwendig deel, met een spanningsvereffening en een beveiliging tegen overspanning. De constructie van het uitwendige deel vormt een soort kooi van Faraday, waarbinnen mensen geen elektrische krachten van buitenaf ondervinden.
Hoge bouwwerken zoals kerken, kastelen, molens, watertorens, vuurtorens en fabrieksschoorstenen, zijn extra gevoelig voor blikseminslag. Ook voor gebouwen die in het vrije veld liggen of rondom vrij aan een dijk, is een bliksemafleider aan te raden. Voor een pand in een gesloten bebouwing is een uitwendige installatie vaak niet nodig. Een inwendige beveiliging kan wel raadzaam zijn.
Kwetsbaar zijn ook panden met veel brandbaar materiaal zoals een rieten dak of wanden van gevlochten stro. In verschillende regio’s vallen veel boerderijen onder deze categorie. Verder is een bliksembeveiliging aan te raden voor panden met zeer waardevolle interieurs.
Regelmatige controle van de beveiligingsinstallatie is noodzakelijk. Daartoe kunnen abonnementen worden afgesloten met erkende installateurs. Bij grote, complexe gebouwen en bij gebouwen met veel apparatuur is een jaarlijkse periodieke controle normaal. Voor kleinere gebouwen volstaat een controle van eens in de twee of drie jaar.
Een veel voorkomend gebrek is dat de leidingen op de daken niet goed meer met elkaar zijn verbonden. Een ander gebrek is een te hoge aardingsweerstand, waardoor de stroom van de inslag niet snel genoeg wegvloeit. De installateur kan de zaak doormeten en adviseren over te nemen maatregelen.
Een eenvoudige installatie is in veel gevallen afdoende. Iedere installatie, hoe klein ook van omvang, draagt bij aan de beveiliging tegen een directe inslag. De installatie dient uiteraard wel goed geaard te zijn. Een uitwendige beveiliging verkleint de kans op een inslag niet zoals vaak wordt gedacht. Wel wordt de stroom van de inslag op een veilige wijze afgeleid. Een goede installatie kan onbeperkt treffers incasseren.
Subsidiegevers en verzekeraars kunnen het aanbrengen van een bliksembeveiliging als voorwaarde stellen voor financiering en verzekering. De verzekering keert uit als de schade aantoonbaar is. De brandverzekeringspremie gaat meestal niet omlaag door het aanbrengen van een installatie. De installatie dient voornamelijk als bescherming van het eigen bezit en van onvervangbare cultuurgoederen.